Gister ging ik met heel veel zin, maar ook een klein beetje buikpijn naar de parade toe. Ik moest de kassa vandaag namelijk in m’n eentje doen. De vorige keren deed ik het samen met Joost. Zou ik wel snel genoeg zijn, dat ik niet hele rijen veroorzaakte. Zouden mijn hoofdrekenkunsten een beetje meewerken? Allemaal van dat soort vragen spookten door mijn hoofd. Maar toen ik eenmaal achter de kassa stond, waren de kopzorgen al snel verdwenen en ging het kaartjes verkopen best goed, net als de voorstellingen. De tweede voorstelling was zelfs HELEMAAL uitverkocht!
Om tien over half vijf kreeg ik toch weer buikpijn, want om kwart voor vijf, tijdens de derde voorstelling, moest ik samen met Ingvild gaan tellen (de kas opmaken), kijken of het klopt en dat ik geen mega rekenfouten had gemaakt.
Daar zaten we dan. In de telcontainer. Briefjes sorteren, muntjes sorteren. 1 bij 1. 2 bij 2. 5 bij 5. 10 bij 10. En ga zo maar door. Wat een spanning. Ja uh, ‘7 kinderkaarten en 5 volwassenenkaarten, graag! Reken dat maar eens even in een razend tempo uit je hoofd. Na alles te hebben gesorteerd, gingen we rekenen. Gelukkig hadden ze hier wel rekenmachines. En ja, de laatste som. Alles bij elkaar – wat er al in de kassa zat, EN HET KLOPTE! JAAAAAAAAA HET KLOPTE! Wat een opluchting!
Na de laatste voorstelling, gingen we wat eten. We gingen in de medewerkerstent eten, dus dat was nog een stukje lopen. Maar aangezien arme Thomas door zijn enkel was gegaan, ging dat niet zo snel. Terwijl de andere gingen afbouwen, hebben Nard en ik Thomas geholpen om naar de tent te komen. Strompelend en struikelen kwamen we daar aan en hebben we alsnog lekker gegeten, om daarna naar de Ashton Brothers te gaan! Wat een geweldige afsluiting voor deze leuke dag! (Behalve de enkel van Thomas dan..)
Liefs, Sarah